Als jonge scholier had ik het altijd heel moeilijk met de dt-regel, ik knoeide met 't kofschip en fokschaap dat het een lieve lust was. Ik had helemaal niet door dat het fokschaap niets te maken had met dt-fouten. Tot een goede leerkracht Nederlands het me duidelijk maakte:
Er bestaan geen DT- fouten!
Als je onderstaande simpele regels volgt zul je nooit nog een DT-fout maken.
- Enkel een -t toevoegen bij het vervoegde werkwoord (de persoonsvorm)
- Enkel in de tegenwoordige tijd bij 2e en 3e persoon enkelvoud (jij en hij)
- Nooit in de eerste persoon enkelvoud (met IK)
Uitzondering
Als het vervoegde werkwoord gevolgd wordt door "je" als onderwerp komt er geen -t bij.
vb.
kom je ook naar huis?
Maar komt je vader ook mee naar huis?
In het eerste geval is "je" onderwerp en valt de -t weg, in het 2e geval is "je vader" onderwerp en is de -t regel van toepassing.
Hoe het vervoegde werkwoord (persoonsvorm) vinden
Het moeilijkste element is ontdekken waar het vervoegde werkwoord zit. Al te dikwijls zie je een voltooid deelwoord compleet ten onrechte met -dt geschreven worden. Er zijn 2 methoden om het vervoegde werkwoord te vinden.Maak een vraagzin door verschuiving
Voorbeeld 1
Jan loopt naar school
We maken een vraagzin door verschuiving:
Loopt Jan naar school?
Loopt is persoonsvorm (vervoegd werkwoord)
Jan is onderwerp
We doen de test
- Wat is het vervoegde werkwoord? Loopt
- Is het tegewoordige tijd? Ja
- Gaat het over 2e of 3e persoon enkelvoud? Ja
De DT-regel is dus van toepassing op loopt.
stam: ik loop
stam +t = hij loopt
dus: Jan loopt naar school
Voorbeeld 2
Je vader wordt veel gevraagd.We maken een vraagzin door verschuiving.
Wordt je vader veel gevraagd?
Wordt is persoonsvorm omdat het vooraan komt in de vraagzin door verschuiving
"Je vader" is onderwerp. (en niet "je", de uitzondering is dus niet van toepassing)
We doen de test
- Wat is het vervoegde werkwoord? Wordt
- Is het tegewoordige tijd? Ja
- Gaat het over 2e of 3e persoon enkelvoud? Ja
De DT-regel is dus van toepassing op wordt
stam: ik word (zeg wij worden, je hoort een "d" dus eindigt de stam op "d"
stam +t = hij wordt
Voorbeeld 3:
Ik wil je die bloemen geven omdat je het al zo lang met mij volhoudt.We maken een vraagzin door verschuiving.
Geef ik je die bloemen omdat je het al zo lang met mij volhoudt?
We doen de test
- Wat is het vervoegde werkwoord (eerste woord in vraagzin door verschuiving)? Geef
- Is het tegewoordige tijd? Ja
- Gaat het over 2e of 3e persoon enkelvoud? NEEN!
ik is onderwerp --> NOOIT -t toevoegen
Maar in deze samengestelde zien we nog iets over het hoofd. Ondanks het feit dat we de PV opgezocht hebben door een vraagzin door verschuiving te maken kan je gaan kan twijfelen over "volhoud of volhoudt"
De volgende methode kan uitsluitsel geven:
Methode 2: Maak van een meervoud een enkelvoud of van enkelvoud een meervoud (verander de persoonsvorm of onderwerp van getal).
Als je van een zin in het enkelvoud maakt verandert met de persoonsvorm ook altijd het onderwerp mee. We noemen dit de zin veranderen van getal.
De jongens gaan naar huis (gaan is persoonsvorm)
De kinderen luisteren geboeid naar het verhaal
Het kind luistert geboeid naar het verhaal (luisteren is persoonsvorm, geboeid is voltooid deelwoord)
Voorbeeld 1
De jongen gaat naar huisDe jongens gaan naar huis (gaan is persoonsvorm)
De kinderen luisteren geboeid naar het verhaal
Het kind luistert geboeid naar het verhaal (luisteren is persoonsvorm, geboeid is voltooid deelwoord)
Neem onze laatste zin als voorbeeld 2:
Ik wil je die bloemen geven omdat je het al zo lang met mij volhoudt.
we maken van deze zin een meervoud:
Wij willen je die bloemen geven omdat jullie het al zo lang met mij volhouden.
We zien nu duidelijk dat dit een samengestelde zin is met 2 onderwerpen en 2 persoonsvormen.
We kunnen dus 2 keer de -dt regel toepassen. 1 keer op
De correcte schrijfwijze is:
Ik wil je die bloemen geven omdat je het al zo lang met mij volhoudt
Voorbeeld 2:
De hond wordt gevoed
we veranderen bovenstaande zin van getal (we maken er een meervoud van)
De honden worden gevoed
Worden is persoonsvorm
honden is onderwerp
gevoed is voltooid deelwoord en heeft niets te maken met de zogenaamde -dt regel.
Is het tegenwoordige tijd? Ja
Is het 2e of 3e persoon enkelvoud? Ja
Dus de dt- regel geldt voor "word"
Stam: ik word
De hond (hij) wordt
En wat met de GIJ-vorm?
En omdat er altijd slimme mensen zijn die zeggen; in de bijbel staat "Gij waart" of Gij Werdt wil ik voor eens en voor altijd het volgende duidelijk maken: Bovenstaande regel geldt enkel voor de moderne JIJ vorm. In oude teksten waar Gij in gebruik is zul je het anders zien.Bij het Archaïsche en nog zelden gebruikte Gij (en niet bij Jij) geldt de oude regel
Ik drink nooit -t
Gij drint altijd -t (maar Jij drinkt enkel -t als -t tegenwoordig is)
Hij drinkt enkel -t als -t tegenwoordig is
Dus:
Tegenwoordige tijd:
Ik kom
Gij komt
Hij komt
Verleden tijd:
Ik kwam
Gij kwaamt
Hij kwam
Tegenwoordige tijd:
Ik ben
Gij zijt
Hij is
Verleden tijd:
Ik was
Gij waart
Hij was
Tegenwoordige tijd
Ik word
Gij wordt
Hij wordt
Verleden tijd
Ik werd
Gij werdt
Hij werd